Australië | Branchina Gorge – Copley (174 km)

Zonsopkomst Flinders Ranges

We hebben de wekker om 6.00 uur gezet om de zonsopgang te kunnen bekijken. Je moet wel wat over hebben voor de mooie dingen van het leven. Met de thermos vol met heet water en crackers lopen we met de eerste tekenen van de nieuwe dag de heuvel op. Het is erg gaaf om de natuur wakker te zien worden. Heel langzaam wordt het licht, de verschillende vogels worden afzonderlijk wakker en er komen steeds meer kleuren. Uiteindelijk begint de hemel te kleuren. Eerst van oranje naar rood en dan naar bosband geel. Helaas zijn de vliegen ook direct present bij de eerste tekenen van de dag en hebben ze de gave om ook bij windkracht 10 te kunnen vliegen. Met honderd vliegen per persoon wordt je het leven onmogelijk gemaakt. We vluchten dus maar weer naar beneden, waar we besluiten direct te vertrekken. Met deze vliegen is er geen lol aan. Ontbijten doen we wel in de rijdende auto.

Kamperen Flinders Ranges
Ons kamp in Branchina Gorge in de Flinders Ranges

Over de gravel weg rijden we naar Blinman, waar we dezelfde mensen als eerder tegen komen. Het zijn echter alleen maar gezinnen en senioren. Waar zijn alle jongeren? We bezoeken een oude kopermijn, onze tweede alweer in Australië. Was de eerste bij Melrose niets meer dan een gat in de grond, deze was wat meer ontwikkeld met verschillende gebouwen. Interessant om dit soort historie te zien. Het is wel treurig om te zien wat er gebeurt met een dorp wanneer haar betekenis verloren is gegaan. We starten met een dirttrack van 250 kilometer die ons door hele mooie delen van de Flinders Ranges zou moeten voeren. Floor vindt dit echter helemaal niets. Zij is nog niet klaar voor het ”ruige” werk. We verschillen op dit moment van mening over wat wel en wat niet kan. We rijden via een andere scenic drive door de Parachilna Gorge. De rotsformaties, de gelaagdheid, de kleuren en de structuur: gewoon waanzinnig. Na de kloof zijn we door de Flinders Ranges en komen we uit op een asfaltweg. Hier slaan we rechtsaf, om in noordelijke richting naar Leigh Creek te rijden. We hebben namelijk nog geen zin om naar het zuiden te gaan. We merken dan dat de auto raar doet. Bij het geven van gas en bij snelheden van boven de 80 kilometer per uur, doet de auto alsof we over een ”corregated dirtroad” rijden. Het lijkt er op dat we niet genoeg vermogen hebben. Oh, oh!

Verderop, in Copley, kunnen we kamperen en is er een garage van de RAA (ANWB), waar we de auto kunnen nakijken. Volgens de arrogante garagehouder is er iets aan de hand met de ”sparkplugs” en de ”sparkcables”. Hier hebben we nog nooit van gehoord. De geschatte kosten voor dit grapje bedragen $ 300,- Dat kan toch niet! We komen morgen wel weer terug, want hier moeten we nog maar even over nadenken. Het is tenslotte wel een automonteur. Voor de camping moeten we het belachelijke bedrag van $ 25,- betalen voor een stoffige en winderige plek. Deze camping brengt echter ook voordelen met zich mee: er zijn hier geen vliegen, we bevinden ons in een desolate omgeving en er zijn echte mannen om over onze autoproblemen te kunnen bespreken. Gezamenlijk komen we tot de conclusie dat er inderdaad wat aan de hand is met de auto. De gedeelde mening is ook dat $ 300,- wel een beetje duur is en dat de beste garageman ook wel een tandje onplezierig is. We krijgen het advies om morgen het volgende te doen: terugrijden naar Leigh Creek, waar een beperkt servicestation is gevestigd. Daar het oliefilter laten vervangen, omdat dit het probleem ook wel eens kan veroorzaken. Als dat de oplossing blijkt te zijn, dan zou dat erg fijn zijn. Zo niet dan rijden we weer terug naar Copley voor de werkzaamheden die dan blijkbaar toch nodig zijn. Was het inderdaad maar zo gemakkelijk.

Mobiele versie afsluiten