We worden vroeg wakker gemaakt door de koekoek die maar door blijft koekoeken in de boom die naast onze tent staat. Goedemorgen alle afwezige kampeerders. Tot onze verbazing is de lucht geheel grijs. Wel fijn dat er geen regen naar beneden komt. We stappen op onze stalen tweewielers om via een onverharde weg de 336 meter hoge heuvel Rovning te bedwingen. De onverharde weg voert ons verder langs akkers vol met koolzaad en opkomend graan. Als we de elektriciteitskabels wegdenken hadden we net zo goed in Mongolië kunnen fietsen. Het landschap is kaal en leeg en al snel rijden we verkeerd. Het pad loopt dood in het koolzaadveld. Niet zo leuk als je net van een steile afdaling hebt genoten en je dus weer omhoog moet. Als we een laatste afdaling van 15 procent over een gravelweg zonder valpartij proberen te bedwingen, springt er vlak voor mijn neus, een ree met een sierlijke sprong over de weg. Zo van dichtbij blijk een ree toch best een groot dier te zijn.
Hoe dichter we bij de Slowaakse grens komen, hoe hoger de bergen en dichter de bossen worden. Het is helaas weer gaan regenen, wat in dit enorm groene gebied ook wel is te verwachten. We zijn aangekomen in de Bile Karpaty, oftewel de Witte Karpaten. Dit eerste deel van de Karpaten vormt de grens tussen Tsjechië en Slowakije. In het dorpje Zahorovice schuilen we tegen de regen in een ‘hostinec’. Daar betalen we het minimale bedrag van 30 KC (€ 1,20) voor een kopje koffie en thee. De eigenaar komt speciaal naar buiten gelopen om te zien of we inderdaad zo gek zijn om met al onze spullen naar de Oekraïne te fietsen. We weten toch wel dat Slowakije een bergachtig land is?
Omdat de lucht van het type regenachtig grijs is, het daarom ook serieus regent en het er ook niet naar uitziet dat het vandaag beter gaat beter, huren we op de camping in Bojkovice een chalet voor 500 KC (€ 19,80). Het chalet ruikt als de bungalow die we hadden op Borneo. Het is hier buiten net zo groen en vochtig. We zitten op de veranda en wanen ons weer in de tropische jungle van Maleisië of Thailand. Het enige dat ontbreekt is het geschreeuw van de apen. Het gebied waar we nu zijn aangekomen, is een stuk meer toeristisch dan de eerste paar honderd kilometer na Brno. We kunnen weer een beetje met Engels uit de voeten en in de restaurants is het menu ook in een andere taal dan het Tsjechisch beschikbaar. Soms is het wel zo prettig om te weten wat je besteld, vooral als je een stevige trek hebt. Een ander punt om te vermelden is dat we merkbaar in oostelijke richting aan het reizen zijn. Het is ’s avonds rond 21.00 uur al weer donker, waardoor het om 5.30 uur al weer volkomen licht is. Pas in de Oekraïne kan de klok een uur vooruit.
Morgen fietsen we door naar het in Slowakije gelegen Trencin. Omdat dit niet ver is van Bratislava, waar Rasti en Ivana wonen, sturen we onze Slowaakse vrienden een SMS met het bericht dat we naar Trenzin komen en of ze zin hebben in een Pivo. Direct ontvangen we een enthousiaste SMS terug, maar dat naar Trencin komen wat lastig is. We worden gebeld door Rasti en spreken af dat we vrijdag naar Bratislava komen. We hebben daar wel zin in. Het is erg fijn dat dit soort contacten standhouden.
We zijn het er over eens dat Tsjechië een nog veel fijner land is dan dat we al vonden. Als fietsland is het waarschijnlijk niet te overtreffen. We hebben veel vrijgelegen fietspaden of speciale fietsroutes door de mooiste gebieden kunnen volgen. De Tsjechen zijn zelf ook enthousiast fietsers. In sommige steden lijk je eerder naar een Nederlands straatbeeld te kijken, zoveel fietsers en fietsenrekken op straat. In de plaats van de in Nederland gebruikelijk twee of zelfs drie sloten, staan de meeste fietsen op slot met slecht een dun cijferslot, of zelfs helemaal geen slot. Dat is misschien nog wel het fijnste aan Tsjechië: de mensen zijn er relaxed en vriendelijk en in het geheel niet asociaal. We voelen ons altijd veilig en je kunt er vanuit gaan dat de mensen van je spullen afblijven.