Het heeft de hele nacht en dag hard geregend. Van die onafgebroken tropische regen waarbij de druppels als tromgeroffel op de golfplaten daken kletteren. De uitbundige tuin, vol kleurrijke bloemen en frisgroene bladeren, lijkt bijna te juichen van vreugde. Pas aan het einde van de dag stopt het met regenen en laat de zon zich voorzichtig weer zien. Voor mij is dat het moment om even een stukje te lopen. Via enkele trappen loop ik zo de theeplantages in, die direct achter ons guesthouse beginnen. Onder een grijze hemel kleuren de theestruiken in prachtige tinten groen. De glooiende hellingen zijn bedekt met eindeloze rijen struiken, keurig in geometrische patronen geplant. Het landschap lijkt haast een levend schilderij. Wanneer plotseling de zon even door een opening in het wolkendek prikt, baadt het landschap kort in een warme, bijna magische oranje gloed.

Warm en vochtig
Al wekenlang tuffen we vrolijk door Sri Lanka. We genieten enorm, maar inmiddels begint de vochtige, drukkende hitte ons aardig op te breken. Die tropische warmte hangt als een zware deken over ons heen en ontneemt iedere lust om iets actiefs te doen. Bovendien zijn de dagen hier relatief kort, en een echte schemering bestaat bijna niet. Daardoor blijven er maar weinig momenten over waarop buitenactiviteiten comfortabel zijn.
De rest van de dag is het zo heet en drukkend dat je al begint te zweten door alleen maar adem te halen
De zon komt rond kwart over zes op, wat betekent dat het van zes tot ongeveer half negen ās ochtends redelijk aangenaam is. Aan het einde van de dag, rond kwart over zes, zakt de zon weer weg, waardoor we tussen half vijf en zeven nog even van de buitenlucht kunnen genieten. De rest van de dag is het zo heet en drukkend dat je al begint te zweten door alleen maar adem te halen. Een warme douche is daardoor volledig overbodig; in de meeste van onze hotels is die ook niet te vinden.

Die beperkte koele momenten vallen helaas precies samen met het mooiste licht. Overdag staat de zon hier zo hoog en fel dat het licht te hard en vlak is om echt mooie fotoās te maken. Maar ja, tijdens die zeldzame aangename uren willen we natuurlijk ook graag wandelen, tempels bezoeken of ga ik even hardlopen over de rustige, landelijke weggetjes. Ons dagritme is daardoor vrij simpel geworden: vroeg op, vroeg naar bed en tijdens het heetste deel van de dag houden weāwanneer het even kanāeen verkoelende siĆ«sta.

Hobbels onderweg
Sri Lanka telt 22 miljoen inwoners en is ongeveer anderhalf keer zo groot als Nederland. Het is daardoor best een dichtbevolkt land, wat het des te verwonderlijker maakt dat hier zoān uitgebreid netwerk aan nationale parken en andere beschermde gebieden bestaat. Buiten die beschermde zones zijn echter werkelijk overal mensen. We passeren vaak eindeloze ketens van dorpjes en nederzettingen, omringd door akkers en moestuintjes. Langs vrijwel elke weg vinden we kleine winkeltjes, kraampjes en werkplaatsen. Als we iets te eten of drinken nodig hebben, hoeven we nooit ver te zoeken. Een fles water, een pakje lemon puffs (koekjes) of een paar lekkere flappen (Sri Lankaanse samosaās met aardappel, groentenmix en soms een ei) zijn altijd dichtbij.

Elke honderd kilometer krijgt onze tuktuk dorst en moeten we tanken. Tankstations zijn hier doorgaans drukke plekken met een eindeloze stroom motoren en tuktuks die een paar liter benzine komen halen. In onze tank past tussen de zes en negen liter benzine, inclusief de reservetank. Hoewel we officieel benzine met octaangetal 95 moeten tanken, is dat nergens verkrijgbaar. Dus rijden we vrolijk verder op 92, wat gelukkig prima werkt. Tanken hoeven we trouwens nooit zelf; ik geef gewoon mijn sleutel af en beantwoord ƩƩn simpele vraag: āVol?ā Onze benzinemeter doet het helaas niet, dus hebben we nooit precies een idee hoe vol of leeg de tank echt is. Ons enige betrouwbare systeem is om ongeveer iedere honderd kilometer te tanken. Gelukkig is benzine goedkoop.

Maar ons systeem is niet helemaal waterdicht. Zo pruttelt onze tuktuk net als we door een wildpark rijden waar olifanten vrij rondlopen, en slaat de motor natuurlijk onvermijdelijk af. Gelukkig is er nog een reservetank waarmee we zoān twintig kilometer zouden moeten kunnen rijden. Alleen is het eerstvolgende tankstation net bijna dertig kilometer verderopāen laat het nu ook net een heuvelachtige etappe zijn, waardoor de tank nog sneller leeg gaat. Energiezuinig tuffen kunnen we na dit avontuur aan onze lijst met nieuwe vaardigheden toevoegen.
De wat viezere benzine heeft een verstopping veroorzaakt in een leiding. De kosten om dat op te lossen? Omgerekend 60 eurocent
Als onze tuktuk later opnieuw begint te sputteren, deze keer na een paar stevige klimmetjes, vertrouwen we het toch niet helemaal meer. Gelukkig is een garage snel gevonden, en blijken we ons probleem van een pruttelende motor prima duidelijk te kunnen maken aan een monteur die nauwelijks Engels spreekt. De oorzaak Ʃn de oplossing zijn eenvoudig: de wat viezere benzine heeft een verstopping veroorzaakt in een leiding. De kosten om dat op te lossen? Omgerekend 60 eurocent. Een regelrechte aanslag op ons vakantiebudget.

Op naar koelere hoogten
Wekenlang hebben we getuft door wetlands, langs eindeloze rijstvelden en rijen palmbomen. Sri Lanka is een overwegend vlak landāiets wat we inmiddels wel genoeg gezien hebben. Rijden met onze tuktuk kunnen we ondertussen als de beste, dus haarspeldbochten, steile bergwegen en hellingproeven zien we vol vertrouwen tegemoet. Het is hoog tijd om de verkoeling van de bergen op te zoeken. Na een paar relaxte dagen aan zee met strand en surfen (maar helaas zonder zon) in Tangalle, het zuidelijkste punt van onze reis, slaan we af richting het noorden. We verlangen naar hoogte, frisse lucht enāwie weetāeen verkoelend briesje tussen de theestruiken.

Langzaam maar zeker verandert het landschap. We laten de eeuwige rijstvelden achter ons en rijden langs rubberplantages en akkers vol groenten en fruit. Langs de weg staan geïmproviseerde kraampjes waar de oogst direct verkocht wordt. Ook hier komen we apen tegen: zowel de ondeugende hooligans als de sierlijke langoeren. Zodra we de motor van onze tuktuk even uitzetten, klinkt overal om ons heen het uitbundige geluid van vogels. We zijn geen vogelaars, dus we weten niet precies wat we allemaal horen en zien, maar het is duidelijk dat de variëteit groot is en het aantal kleuren hoog. Aan de kust en in de wetlands zagen we vooral grote watervogels, maar hier overheersen kleinere, kleurrijke zangvogels, bijeneters en ijsvogels.
Zodra we de motor van onze tuktuk even uitzetten, klinkt overal om ons heen het uitbundige geluid van vogels
Vanaf zoān 800 meter hoogte voelen we eindelijk wat verkoeling. De zon schijnt nog even fel als beneden, maar de lucht voelt duidelijk frisser aan. Boven de duizend meter verandert het landschap in een waar kunstwerk: we rijden een eindeloos golvende wereld binnen, bedekt met geometrische patronen van theestruiken die zich prachtig over de hellingen slingeren. Het zijn letterlijk bergen met thee. Geen palmbomen meer om het cultuurland te begrenzen, maar loofbomen waaronder eucalyptus, waarvan ik vrij zeker weet dat die hier ooit zijn aangeplant.

De geschiedenis van de theeplantages
We zijn aangekomen in het hart van de theeplantages in de hooglanden van Sri Lanka, grofweg tussen Nuwara Eliya, Haputale en Ella. Onderweg passeren we borden met klinkende Engelse namen zoals Somerset, St. Clairās, Glentilt en Craighead Estate ā namen die duidelijk een koloniale geschiedenis verraden. Bij iedere estate staat een groot informatiebord met daarop de locatie van de Manager’s Bungalow, de Assistant Manager’s Bungalow en soms zelfs de Deputy Assistant Manager’s Bungalow. Het leest als de rangorde van een Engelse klassensamenlevingāen dat is het natuurlijk ook.

Anders dan de Nederlanders, die het eiland vóór de Engelsen vooral zagen als een handige handelsroute en bron van specerijen, kwamen de Britten met heel andere bedoelingen. Zij wilden het land koloniseren, ontginnen en volledig benuttenāwaaronder de mensen die er woonden. Waar de lokale bevolking niet voldeed, haalden ze arbeiders van elders, vooral Tamil-arbeiders uit Zuid-India, die het zware werk op de plantages moesten verrichten. Zo ontstond een uitgebreid netwerk van zogenaamde tea estates: enorme theeplantages met een eigen infrastructuur, arbeiderswoningen en een strikt hiĆ«rarchisch managementsysteem. Eigenlijk waren het kleine koninkrijkjes binnen het grotere Britse rijk, volledig gericht op winst en productie.

De hooglanden van Sri Lanka bleken ideaal voor het verbouwen van thee: koel, vochtig en mistigāprecies waar een theestruik gelukkig van wordt. De Engelsen waren dol op thee, maar wilden niet langer afhankelijk zijn van import uit China. Die afhankelijkheid leidde namelijk zelfs tot de Opiumoorlogen: Groot-BrittanniĆ« gebruikte opium uit India als betaalmiddel voor thee, wat in China zorgde voor maatschappelijke ontwrichting en uiteindelijk gewapende conflicten. Zelf thee verbouwen was dus niet alleen economisch aantrekkelijk, maar paste ook in een groter geopolitiek plaatje.

In de koloniale tijd ontstond zo het gecultiveerde landschap van aaneengesloten theevelden zoals we dat nu zien. Spoorlijnen werden aangelegd om de oogst af te voeren naar Colombo en om personeel de bergen in te brengen. Nog steeds vormt dit centrale bergland tussen Kandy, Nuwara Eliya, Haputale en Ella het groene hart van de thee-industrie in Sri Lanka. Thee is nog altijd een van de belangrijkste exportproducten van het land. De Engelse namen zijn gebleven, maar de eigenaren zijn inmiddels veranderd. Wat ooit koloniale buitenposten waren, zijn nu staatsbedrijven of particuliere ondernemingen geworden. De structuur lijkt op veel plekken nog exact hetzelfdeāalleen wappert er nu geen Union Jack meer, maar de leeuwenvlag van Sri Lanka.

De thee-Tamils
Het pluk- en knipwerk op de theeplantages wordt gedaan door onderbetaalde Tamils. Tijdens onze tocht door het bergachtige binnenland van Sri Lanka passeren we regelmatig uitgestrekte theevelden, waar voornamelijk Tamil-arbeiders wonen en werken. Hun voorouders zijn vanaf ongeveer 1840 door de Britten vanuit Zuid-India naar Sri Lanka gebracht als goedkope arbeidskrachten voor het zware plantagewerk. Anders dan de Tamils in het noorden en oosten van Sri Lanka bleven deze zogenaamde āplantage-Tamilsā tijdens de recente burgeroorlog neutraal en namen ze nauwelijks deel aan het conflict. Hierdoor werden ze door zowel de Singalezen als de noordelijke Tamils als buitenstaanders beschouwd.

Tot ver in de jaren negentig hadden deze gemeenschappen vaak geen officieel staatsburgerschap, wat leidde tot structurele economische en sociale achterstelling. Nog altijd wonen de meesten in eenvoudige dorpen aan de rand van de theevelden, in wat eigenlijk een verzameling met golfplaten bedekte keten is. Heel veel mensen leven dicht op elkaar in kleine behuizingen, vaak alleen bereikbaar via hobbelige, slecht onderhouden wegen. De omstandigheden blijven sober, met beperkte toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Hoewel ze tegenwoordig formeel Sri Lankaans staatsburger zijn, blijft hun situatie economisch kwetsbaar en leven ze nog steeds grotendeels geĆÆsoleerd van de rest van het land. Hun hindoeĆÆstische achtergrond is goed zichtbaar in de kleine, kleurrijke tempeltjes langs de theeplantages.
Nog altijd wonen de meesten in eenvoudige dorpen aan de rand van de theevelden, in wat eigenlijk een verzameling met golfplaten bedekte keten is
Wat verdienen de theeplukkers nu eigenlijk? Hun dagloon is ongeveer gelijk aan wat ƩƩn kop thee tegenwoordig kost in Nederland. Om het even in perspectief te zetten: daarvoor moeten ze dagelijks twintig kilo theebladeren plukken. Pluk je meer, dan krijg je een kleine bonusāal lijkt dat vooral een bonus voor de plantage-eigenaren.

Wandelen in de bergen
Een rondje rennen voor zonsopkomst. Een surflesje hier en daar. Een stukje zwemmen in zee. Dan heb je onze activiteiten van de afgelopen weken wel gehad. Onze laatste bestemmingen in Sri Lanka zoeken we dan ook bewust uit op wandelmogelijkheden. Hier in de bergen kunnen we eindelijk bewegen zonder meteen weg te drijven in het zweet. Sinds kort is het eerste lange-afstand-wandelpad van Sri Lanka gerealiseerd. Laat het maar aan Mette over om daarvan op de hoogte te zijn en alle details paraat te hebben.

Zo komen we terecht bij Hill Safari, waar we verblijven in een oude tea estate villa. Hoog in de bergen, via een eindeloos stijgende weg die langzaam degradeert tot een pad van losse keien en kiezels. Vanaf hier kijken we uit over eindeloze bergen vol thee, waar elke dag dichte mistflarden traag voorbij trekken. Niet geheel toevallig ligt onze verblijfplaats aan wat volgens kenners een van de mooiste etappes van de Pekoe Trail is. Deze langeafstandsroute slingert ruim 300 kilometer dwars door het Sri Lankaanse hoogland, door een bijna eindeloos golvend landschap van theeplantages. Het pad is uitstekend gemarkeerd en blijft vrijwel altijd boven de 1200 meter.

ās Ochtends beginnen we aan een mooie etappe van deze Pekoe Trail, die deels parallel loopt aan de beroemde spoorlijn tussen Kandy en Ella. Soms moeten we een stukje langs het spoor lopen; op andere momenten zien we de trein diep beneden ons door het dal slingeren, terwijl wij zelf via smalle paadjes tussen de theevelden lopen. De trein zit bomvol toeristen, want deze rit staat bovenaan de must-do lijst van elke Sri Lanka-reiziger. Ook ons plan is om na het wandelen met de trein terug te gaan, maar een eindeloze, tijdloze vertraging doet ons besluiten toch maar weer een tuktuk te pakken.

Onze chauffeur begint onderweg meteen enthousiast te grappen en vraagt of ik het misschien leuk zou vinden om zelf eens een tuktuk te besturen. Hij snapt er niets van als we lachend uitleggen dat we al een paar weken lang met onze eigen tuktuk door Sri Lanka rijden. Zijn verbazing wordt nog groter wanneer ik zonder aarzelen achter het stuur kruip, de motor start en vol zelfvertrouwen wegrijd. Terwijl ik soepel en met gemak over de bochtige bergweg scheur, kijkt hij me met grote ogen aan. Dit moeten zān vrienden zien en hij stopt dan ook niet meer met filmen.

Tijdens het wandelen zitten we letterlijk met onze neus in de thee. De blaadjes worden met de hand geplukt, meestal door vrouwen in felgekleurde kleding. Op hun rug dragen ze grote stoffen zakken waarin de jonge theeblaadjes verdwijnen. Het werk op deze steile hellingen is zwaar, zeker in tropische hitte of stromende regen. Toch lijkt het erop dat de vrouwen het vooral erg gezellig hebben; er wordt druk gekletst en veel gelachen. Waar zouden ze het over hebben? Als we langs wandelen, worden we zonder uitzondering enthousiast begroet met veel gelach en gezwaai. Wanneer we een kort praatje maken, zijn de vragen steevast dezelfde: hoe we heten (āJohn en Metteā) en waar we vandaan komen (āNederlandā). Als we weer verder lopen, horen we onze namen nog een tijdje langskomen. Het vrolijke gelach dat daarbij klinkt, bewijst dat we vandaag duidelijk het gespreksonderwerp zijn. We hopen maar dat het een beetje positief uitvalt.

Een land in beweging
Met eigen ogen kunnen we zien dat de Tamils in de theegebieden het sociaal en economisch minder goed getroffen hebben dan de Singalezen elders in het land. Eerder schreef ik al over de Tamil-bevolking in het noorden en oosten, die door de langdurige burgeroorlog op flinke achterstand staat. Ook hier in het centrale bergland leven veel mensen nog altijd onder moeilijke omstandigheden, ondanks hun vaak opvallend positieve houding en doorzettingsvermogen.
Onze tuktuk was het perfecte vervoermiddel om in een rustig tempo veel van dit land te ontdekken
Met onze āred babyā hebben we inmiddels op de kilometer nauwkeurig precies 3.002 kilometer afgelegd. We hebben tijdens onze reis bewust de drukke toeristische gebieden zoveel mogelijk links laten liggen en juist gekozen voor de minder bekende delen van het land. Sri Lanka blijkt verrassend divers, wild en vooral prachtig. Onze tuktuk was het perfecte vervoermiddel om in een rustig tempo veel van dit land te ontdekken. Andere toeristen hebben we nauwelijks gesproken; Sri Lankanen des te meer. Wandelend door de theeplantages zijn we een attractie op zich. Broertjes en zusjes worden enthousiast geroepen zodra we van verre gespot worden. Cricketwedstrijden worden direct stilgelegd om samen met Mette een gat in de lucht te springen. Dat ze soms nog op het buitentoilet zitten en vervolgens hals over kop naar buiten struikelen, zorgt bij ons keer op keer voor veel plezier.

Maar ons verhaal als reizigers vertelt slechts een deel van wat hier speelt. Wij zijn passanten in een land met een complexe en recente geschiedenis, dat de afgelopen jaren flink wat te verduren heeft gehad. Eerst viel het toerisme grotendeels stil door de coronapandemie, waardoor talloze mensen hun inkomen volledig kwijtraakten. Daarna volgde een diepe economische crisis: benzine was op veel plekken niet of nauwelijks verkrijgbaar, de inflatie liep op tot extreme hoogten en het vertrouwen in de regering verdween volledig. Protesten overspoelden het land en uiteindelijk werd de president gedwongen af te treden. Pas sinds kort is er een nieuwe, democratisch gekozen president aan het bewind, en veel Sri Lankanen hopen nu op betere tijden.

Inmiddels zet de overheid vooral in op luxe toerisme om snel geld in het laatje te brengen. Grote hotels krijgen belastingvoordelen, en toeristische hotspots worden snel opgeknapt. De hoop is dat buitenlandse gasten royaal spenderen en zo de lokale economie weer een flinke duw in de rug geven. Zelf geloven we meer in kleinschalig, lokaal toerismeāzodat het geld dat je uitgeeft direct bij de bevolking terechtkomt. We hopen dat we met onze manier van reizen, door onderweg vooral kleine ondernemers te steunen, een zetje in de goede richting hebben gegeven. Sri Lankanen verdienen een positieve toekomst. Ze staan enorm ontspannen en hartelijk in het leven, ondanks alle uitdagingen die ze hebben meegemaakt. Juist hun positieve energie en gulle lach maken grote indruk op ons.

We hopen dat de lokale bevolking de komende jaren volop de vruchten mag plukken van een rustige, stabiele samenleving en hun doorzettingsvermogen. EƩn ding is zeker: wat ons betreft heeft Sri Lanka alles in huis om die positieve toekomst werkelijkheid te laten worden.
Waardeer dit verhaal
Je las dit gratis op www.bestemmingonbekend.nl, mijn digitale reisdagboek vol verhalen en foto’s van bekende en minder bekende bestemmingen.
Was het de moeite waard? Dan kun je je waardering laten blijken met een kleine bijdrage. Met jouw donatie blijft de koffie warm en de website draaiende ā zo kunnen we samen blijven verdwalen in nieuwe verhalen en onbekende bestemmingen ontdekken.
I like to explore some more.
Handig om te weten
Visum (ETA): Voor Sri Lanka heb je een visum nodig, dat je eenvoudig online kunt aanvragen. De goedkeuring duurt meestal niet lang, maar regel het wel op tijd om verrassingen bij aankomst te voorkomen. Wil je langer blijven dan de standaard 30 dagen? Dan kun je je visum verlengen bij het Department of Immigration and Emigration in Colombo, of online via de officiƫle website.
Accommodaties: Er is voor elk budget wat wils: van eenvoudige guesthouses tot luxe resorts. In toeristische gebieden is het slim om vooraf te boeken. In minder drukke regioās kun je meestal ter plekke iets regelen.
Tuktuk huren: Een tuktuk huren is een populaire manier om het eiland te verkennen. Hiervoor heb je een lokaal rijbewijs nodig, dat je kunt krijgen op basis van je internationale rijbewijs. Regel dit vooraf of bij aankomst in Colombo. Een betrouwbare verhuurder is Tuktukrental.com, die tuktuks aanbiedt inclusief verzekering en alle benodigde documenten. Houd wel rekening met het verkeer: het is vaak chaotisch, en size matters ā bussen wijken niet uit.
Afstanden en reistijd: Onze actieradius met de tuktuk is best groot. We proberen maximaal 80 kilometer per dag te rijden, want met alle pauzes en fotomomenten ben je dan al snel een groot deel van de dag onderweg. Soms zit er een uitschieter van 120 kilometer tussen, maar dan proberen we op tijd aan te komen voor een korte siƫsta of een wandeling in de omgeving.
Klimaat en beste reistijd: Het klimaat in Sri Lanka verschilt per regio en seizoen. In het zuiden en westen is het meestal droog van december tot april, terwijl het noorden en oosten juist droger zijn van mei tot september.
Vaccinaties en gezondheid: Voor vaccinaties wordt aangeraden om in elk geval DTP en hepatitis A te nemen. Afhankelijk van je plannen kunnen ook vaccinaties tegen buiktyfus of rabiƫs nuttig zijn. Malaria komt nauwelijks voor, maar dengue is wƩl een risico. Muggenwerende maatregelen zijn daarom geen overbodige luxe.
Eten: De standaardmaaltijd in Sri Lanka is rice and curry. De basis is rijst (natuurlijk), dahlcurry en kip, vis of vlees naar keuze. Meestal eten we op de plekken waar we ook overnachten, en bijna nooit valt het eten tegen. Onze regel is: alleen kip, tenzij we aan zee zitten ā dan mag het ook vis, garnalen of inktvis zijn. Het mooiste is dat er altijd een grote variatie aan bijgerechten bij komt, die ook nog eens elke dag anders is. De keuze is reuze. Hoe anders dan in Nepal, waar dahlbaht (eigenlijk ook rice & curry) standaard op het menu staat, maar dan Ć©lke dag exact hetzelfde.
Waardeer dit verhaal
Je las dit gratis op www.bestemmingonbekend.nl, mijn digitale reisdagboek vol verhalen en fotoās van bekende en minder bekende bestemmingen.
Was het de moeite waard? Dan kun je je waardering laten blijken met een kleine bijdrage. Met jouw donatie blijft de koffie warm en de website draaiende ā zo kunnen we samen blijven verdwalen in nieuwe verhalen en onbekende bestemmingen ontdekken.
I like to explore some more.
Ik hen ademloos gelezen Jeroen! Een prachtig verslag!
X mam