De verbouwing van ons bijna instapklare huis duurt nu al zes maanden. Zes maanden vol stress om de juiste keuzes te maken en alles op elkaar af te stemmen. Zes maanden van nagenoeg continu zeven dagen per week werken, klussen, aannemen, opzichten, slopen en zelf klussen. Zes maanden waarin het huis wordt platgelopen door andere voeten. Zes maanden zonder een moment van rust. Het is hoog tijd om letterlijk en figuurlijk afstand te nemen.
Vancouver: De Poort naar Avontuur
Eerst denk ik aan fietsen in Frankrijk, Bosnië of ergens in Afrika, want fietsen doe ik nou eenmaal graag. Dan bedenk ik dat ik al zestien jaar beloof om mijn Canadese vriend Greg te bezoeken die op Vancouver Island woont. Tijdens een belletje besluit ik impulsief dat dit mijn kans is. Ik boek een vlucht en zit nog geen week later in het vliegtuig naar Vancouver, de poort tot Vancouver Island.
Vancouver: een stad waar je op dezelfde dag in de sneeuw én aan zee kunt zijn
Vancouver is de grootste stad in British Columbia. De ligging aan zee is grandioos met op de achtergrond de witte toppen van de Rocky Mountains. Dit maakt het mogelijk om op dezelfde dag zowel in de sneeuw als in het water te spelen. Het grote probleem zijn echter de exorbitante kosten om hier in je levensonderhoud te voorzien en een huis te kopen of te huren. Het helpt hierbij niet dat de vastgoedmarkt de laatste jaren wordt gedomineerd door de Chinezen die hier massaal investeren en daarmee de prijzen opdrijven. De stad voelt dan ook eerder Chinees dan Canadees.
Het is een schitterende stad gelegen aan een paar zee-armen, waardoor veel van de stad aan het water is gelegen. Het centrum van de stad is een grote verzameling hoogbouw, met ook een paar echte wolkenkrabbers met bijzondere architectuur. De beste manier om de stad te bekijken en een eerste indruk te krijgen, is wandelend of met een (elektrische) huurfiets. Rondom het 400 hectare grote natuurlijke regenwoud van Stanley Park, ligt de beroemde Seawall, met indrukwekkende uitzichten op water, bergen, lucht, majestueuze bomen en de skyline van de stad. Op mijn eerste dag in Canada zie ik zeehonden, zeeleeuwen en dolfijnen. Het is niet ongewoon om walvissen en orka’s te zien, maar dat geluk heb ik helaas niet.
De Seawall biedt uitzichten op water, bergen en de skyline – Vancouver op z’n best
Ik heb beperkte tijd en wil die zo efficiënt mogelijk gebruiken. Het is mijn doel om zoveel mogelijk tijd met Greg door te brengen, zonder al het moois dat Vancouver Island te bieden heeft te missen. Om flexibel te blijven, huur ik een auto in Vancouver. Normaal gesproken maak ik geen gedetailleerd reisplan, maar deze keer maak ik een uitzondering. Ik moet rekening houden met Gregs beschikbaarheid én met de populaire overtochten van en naar Vancouver Island, waarvoor ik op tijd moet reserveren.
Juan de Fuca Trail: Een uitdagende trekking
Een belangrijke reden voor deze vakantie is het ontstressen, en voor mij werkt niets beter dan een fysieke uitdaging. De Juan de Fuca Trail, een populaire meerdaagse trekking door het regenwoud aan de westkust van Vancouver Island, lijkt daar perfect voor. De meeste mensen doen deze tocht in vier of vijf dagen, maar met mijn beperkte tijd besluit ik het in drie dagen te proberen. Het beloven drie loodzware dagen vol regen en modder te worden, over glibberige paden met boomwortels die omhoog en omlaag kronkelen. Geen stap is gemakkelijk, geen meter is vlak. Precies wat ik nodig heb om mijn hoofd leeg te maken en weer helemaal op te laden.
China Beach Trailhead vormt het zuidelijke startpunt van de route. De eerste dag begint met een tocht door dichtbegroeid regenwoud. Western Red Cedars torenen hoog boven me uit, hun kruinen vormen een dicht bladerdak dat het zonlicht slechts met moeite doorlaat. De grond is bedekt met een dikke laag mos en varens, die weelderig groeien en alles een sprookjesachtige uitstraling geven. Het regenwoud leeft en ademt: overal waar ik kijk zie ik groene vegetatie, zelfs op de stammen van bomen. De paden zijn glibberig van de regen die vrijwel onafgebroken valt. Mijn schoenen zinken diep weg in de modder en elke stap kost moeite. Regelmatig moet ik klimmen en klauteren over boomwortels die als traptreden uit de grond steken.
Ik beleef deze dagen een echte wilderniservaring. Ver weg van de stress van de verbouwing in Nederland voel ik hoe mijn lichaam zich uitput en mijn hoofd zich leegt. De tocht blijkt veel zwaarder en kouder dan ik had verwacht. ’s Nachts slaap ik bij temperaturen net boven het vriespunt onder een dunne slaapzak, met meerdere lagen kleding, een muts en handschoenen aan. De regen blijft de eerste twee dagen bijna onafgebroken vallen. Niet verrassend, want in dit gebied valt jaarlijks zo’n drie meter regen. De modder lijkt oneindig en mijn zware rugzak maakt elke stap zwaarder. Gigantische omgevallen bomen, slachtoffers van winterstormen, blokkeren vaak het pad. Soms kom ik eronderdoor, maar vaker moet ik eroverheen klauteren.
Het regenwoud leeft en ademt, overal waar je kijkt is het groen
Behalve vogels hoor ik niets; het regenwoud is volmaakt stil. In de modder zie ik afdrukken van dieren: beren, wolven en misschien wel van een poema. Bij de kampeerplaatsen moet ik mijn eten zorgvuldig opbergen, om te voorkomen dat een beer ’s nachts mijn tent openritst en er met mijn eten vandoor gaat. Meestal zijn er speciale kisten om je eten in op te bergen, maar als die ontbreken ben ik aangewezen op een boom met hoge takken die niet door een beer bereikt kunnen worden.
De derde dag klaart het eindelijk op. De regen stopt en de zon breekt door. De zonnestralen schijnen door de kruinen en zetten het regenwoud in een oranje gloed. Na eindeloos door de modder te hebben gelopen, heeft het pad nu een steviger ondergrond. Ik krijg uitzicht op de oceaan, ruige kliffen en ongerepte stranden. Hier doe ik het voor. Ondanks de fysieke uitputting voel ik een diepe voldoening. De rust en sereniteit van deze plek helpen me om de stress van thuis los te laten. Maar terwijl ik de ruige schoonheid van Vancouver Island bewonder, zie ik ook de keerzijde. Dit is niet alleen een paradijs; het eiland wordt ook intensief geëxploiteerd.
Houtkap
Vancouver Island herbergt een van de meest diverse ecosystemen ter wereld. Regenwouden, moerassen, weiden, stranden, bergen, oceanen, rivieren en meren zorgen samen voor een indrukwekkende variatie aan flora en fauna. De dieren die hier voorkomen, zijn vergelijkbaar met die op het vasteland van British Columbia. Zwarte beren en poema’s domineren het landschap; Vancouver Island heeft zelfs de grootste concentratie poema’s van Noord-Amerika. Ook de zwarte beer is overal aanwezig, met naar schatting 7.000 exemplaren op een eiland dat niet veel kleiner is dan Nederland. Het is heel normaal om een beer door je voortuin te zien lopen. Zelf kom ik er elke dag wel eentje tegen. Bij een lekke band blijf ik toch maar doorrijden als ik een beer langs de kant van de weg zie.
Het grootste deel van Vancouver Island is bedekt met naaldbomen. In de nationale en provinciale parken vind je nog stukken van het oorspronkelijke regenwoud, waar bomen soms wel zestig meter hoog reiken. Deze oude bossen zijn echter zeldzaam. Het overgrote deel van het eiland is inmiddels bedekt met jongere aanplant, als vervanging van de al lang verdwenen ‘old growth’. Ondanks de natuurlijke schoonheid is Vancouver Island altijd een gebied geweest voor exploitatie. Bijna alles is privé-eigendom en vrijwel elk stukje bos is voorzien van houtkaprechten. De onverharde wegen die het eiland doorkruisen, zijn vaak ‘logging roads’, waar opleggers vol dikke stammen continu heen en weer rijden.
Kale hellingen waar ooit een bos stond – destructief is het juiste woord
De schaal van de houtkap maakt indruk, maar niet op een positieve manier. Langs de wegen blijft vaak een smalle strook bos staan, maar daarachter zie je kale hellingen. Vooral na de eerste ronde van kappen voelt het desolaat. Het landschap lijkt eerder op een slagveld dan op een bos. Destructief is het juiste woord. Nadat een gebied is leeggehaald, worden nieuwe bomen geplant: allemaal van dezelfde grootte en hetzelfde type. Een monocultuur die een schim is van de biodiversiteit die ooit aanwezig was.
Tijdens een boottocht door een fjord spreek ik een lokale vrouw. Ze wijst trots op de kale hellingen en vertelt dat haar zoons in de houtkap werken. Wanneer ik voorzichtig vraag wat zij vindt van de schaal van deze ‘clear cutting’, reageert ze verbaasd. Volgens haar is dit helemaal geen ‘clear cutting’. Er blijft immers altijd een klein aantal bomen staan, waar dieren zich kunnen verschuilen. Zie ik die paar stammen daar, midden op de helling? Voor haar is het landschap normaal, zelfs waardevol. “Dit is ons levensonderhoud,” zegt ze. Selectieve houtkap, zoals in Europa steeds vaker gebeurt, is hier geen onderwerp van discussie.
Pacific Rim
Vancouver Island strekt zich uit over 450 kilometer in lengte en is gemiddeld 100 kilometer breed. Qua oppervlak is het zo groot als driekwart van Nederland, maar met veel minder inwoners. Het bergachtige landschap en de diep het land insnijdende fjorden zorgen ervoor dat afstanden langer lijken dan ze op de kaart ogen. De wegen kronkelen door de natuur, met telkens weer nieuwe uitzichten op bergen, meren en bossen. Tijdens het rijden houd ik mijn ogen open: zwarte beren zijn hier geen zeldzaamheid. Ze struinen langs de weg, soms etend van paardenbloemen, en bij laag tij zie ik ze op het strand schelpdieren zoeken. Ook reeën zijn een vertrouwd beeld. Anders dan in Nederland zijn ze hier minder schichtig en blijven ze vaak rustig staan als je langsrijdt.
Mijn bestemming is de westkust, de regio Tofino, waar het Pacific Rim National Park ligt. Dit gebied bestaat uit een langgerekt stuk regenwoud met ‘old growth’-bomen: torenhoge reuzen die al eeuwenlang standhouden. Het landschap voelt tijdloos en ongerept, met kronkelende wegen langs fjorden, meren en bossen. Alleen in het zomerseizoen of tijdens mooie weekenden wordt het hier druk.
Elke kampeerplek is zo groot als een kleine Nederlandse camping
Long Beach, het beroemdste strand van het park, is meer dan 25 kilometer lang en wordt onderbroken door rotsachtige kliffen en talloze kleine eilanden. Zeeleeuwen bevolken de rotsen, terwijl de landkant wordt gedomineerd door een regenwoud vol kromgegroeide bomen, gevormd door de zilte lucht en harde wind. Het is een ruige plek waar de natuur nog volop de ruimte krijgt.
Ik ben hier tijdens een zonnig weekend, en dat betekent dat een kampeerplek vinden een uitdaging is. De beroemdste camping op Vancouver Island – en een van de meest populaire van heel Canada – ligt hier: Green Point. Deze camping heeft bijna een mythische status onder Canadezen. Reserveringen openen maanden van tevoren en plekken zijn zo geliefd dat mensen hun vakanties rondom een beschikbare plek plannen, alsof ze een ticket voor een populair festival bemachtigen.
Ik verwacht niet dat ik een plek zal vinden, en het bord met ‘complet’ bij de ingang bevestigt mijn vrees. Toch waag ik het erop. Bij het kantoor vraag ik voorzichtig of er misschien een annulering is geweest. Tot mijn grote geluk is dat het geval: één plek is vrijgekomen. Aarzelend vraag ik of ik de plek eerst mag bekijken – in Nederland betekent ‘vol’ immers vaak dat je de scheerlijnen met je buren moet delen. Maar ik had beter moeten weten. Dit is Canada, een land van ruimte. Green Point telt meer dan honderd kampeerplaatsen. Elk zo groot als een kleine Nederlandse camping. Mijn plek ligt verscholen in het regenwoud, omringd door bomen en met het zachte geruis van de oceaan op de achtergrond.
Elke kampeerplek is zo groot als een kleine Nederlandse camping
Terwijl ik terugrijd naar de ingang om mijn plek te bevestigen, ben ik blij met dit onverwachte geluk. Hier, aan de rand van het regenwoud en met uitzicht op de oceaan, voel ik me even helemaal op mijn plek.
Een onvergetelijke afsluiting
Na twee weken van afstand nemen fysieke uitdagingen en kamperen op de mooiste plekken, voel ik me weer opgeladen. De ruige paden van de Juan de Fuca Trail, de serene meren en bergen van Strathcona Provincial Park, en de uitgestrekte stranden van Pacific Rim National Park hebben me geholpen om de stress van thuis los te laten. Maar de reis draait niet alleen om natuur; een van de belangrijkste redenen om naar Vancouver Island te komen, is mijn vriend Greg.
Het is een dinsdagmiddag wanneer ik voor zijn deur sta in Campbell River. Hoewel we elkaar al 17 jaar niet hebben gezien, hebben we altijd contact gehouden. Alsof de tijd heeft stilgestaan, pakken we de draad op alsof we elkaar gisteren nog hebben gezien. Die herkenning, die vanzelfsprekendheid – het is iets dat je niet vaak meemaakt. Samen brengen we een paar dagen door die in het teken staan van simpelweg genieten. We wandelen en kamperen in Strathcona Provincial Park, waar de frisse lucht en het uitzicht op met sneeuw bedekte toppen ons het gevoel geven helemaal los te zijn van de wereld.
Terug in Campbell River sluit ik mijn dagen met Greg en zijn gezin af met een ervaring die niet beter gepland had kunnen zijn: het noorderlicht. Die avond liggen we met z’n allen op hun veranda, gewikkeld in dekens, terwijl het schouwspel zich recht boven ons ontvouwt. Het begint als een vage groene gloed aan de horizon, bijna alsof je je afvraagt of je ogen je voor de gek houden. Maar dan nemen de kleuren toe. Eerst zachtjes, dan uitbundig, trekken kronkelende sluiers van paars, roze en groen direct boven ons. Alsof de hemel zelf ademhaalt. Iedereen is stil, ademloos. Dit is magisch.
Deze reis naar Vancouver Island was meer dan een ontsnapping aan de dagelijkse sleur. Het bracht me terug naar de basis: fysieke uitdagingen, overweldigende natuur en de kracht van vriendschap. Terwijl ik terugvlieg naar huis, realiseer ik me dat deze reis me niet alleen sterker heeft gemaakt, maar ook herinnerd heeft aan wat echt belangrijk is. Soms moet je afstand nemen om weer verbinding te voelen – met de natuur, met anderen, en met jezelf.
Ontdek meer van
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
One thought on “Canada | Vancouver Island”