Kathmandu is de chaotische hoofdstad van Nepal, waar anderhalf miljoen mensen samenklonteren in een heksenketel van kleuren, geuren en geluiden. Het centrum van de stad is een doolhof van smalle straatjes vol mensen, autoās, brommers en een onmogelijke wirwar van elektriciteitsleidingen, waartussen tientallen straathonden rondscharrelen die verbazingwekkend goed worden behandeld door de kleurrijke Nepalezen. Wat is het fijn om na bijna drie jaar weer in en andere wereld te kunnen zijn. Een wereld die levendiger, dynamischer, kleurrijker en spannender is dan de onze. Een wereld ook waarin de mensen toleranter, verdraagzamer, vriendelijker en met meer respect omgaan met elkaar en de dieren met wie ze hun wereld delen. Iets waarvan wij veel kunnen leren.
Nepal ligt ingeklemd tussen het HindoeĆÆstische India en het Boeddhistische Tibet. Het is dan ook niet vreemd dat de 33 miljoen Nepalezen een interessante mix zijn van overwegend Hindoes en Boeddhisten. Kathmandu ligt op het kruispunt van de handelsroutes door de Himalaya tussen India en China, waardoor er een smeltkroes van mensen en culturen is ontstaan. Nergens ter wereld is er daardoor zoān grote concentratie tempels, kloosters en andere heiligdommen te vinden als in de Kathmandu vallei. We zouden meer dan Ć©Ć©n leven nodig moeten hebben om ze allemaal te bezoeken en daarom richten we ons op de voor ons meest interessante.
Nergens ter wereld is er daardoor zoān grote concentratie tempels, kloosters en andere heiligdommen te vinden als in de Kathmandu vallei.
Pushupatinath is het uitgestrekte Hindoe tempel complex aan de heilige Bagmati rivier. Dag en nacht vinden op platforms aan het water de verbrandingen plaats van de overleden Hindoes. Een ceremoniƫle, maar tegelijk ook erg zakelijke gang van zaken, waarbij de as van de overledene wordt teruggeven aan de aarde via het heilige water van de rivier en zo op weg wordt geholpen bij de passage naar het volgende leven. Een heel andere plek is Swayambhunath (de apentempel), dat bovenop een heuvel in de stad ligt en dat bestaat uit een schitterende Boeddhistische stupa, omringd door tempels en heiligdommen. Het valt niet te ontkennen dat we ons in een hele andere wereld bevinden.
Op weg naar de bergen
De Himalaya in Nepal strekt zich voor 800 km uit langs de grenzen met India in het westen en het oosten en vormt een bijna gesloten muur aan de noordgrens met Tibet. De bergen vormen de grens tussen de hete, vochtige vlakte van India in het zuiden en de Tibetaanse hoogvlakte in het noorden. De hoogste toppen ā Kanchenjunga, Makalu, Everest, Lhotse, Annapurna en Dhaulagiri ā zijn allemaal hoger dan 8.000 meter. Er is nog Ć©Ć©n andere berg in Nepal die hoger is dan 8.000 meter en dat is Manaslu, waarvan de naam āberg van de zielā betekent. Met haar 8.163 meter is het de achtste hoogste berg ter wereld. Dit is de berg die we de komende weken zullen ontdekken tijdens onze wandeling rondom Manaslu.
Om de hoogste bergen ter wereld te bereiken moeten we wel een stukje rijden. Dit seizoen wordt gekenmerkt door een uitzonderlijke vertraagde moesson die een groot deel van het land heeft platgelegd. Door de vele regen van de afgelopen dagen is de belangrijkste weg van Nepal een grote chaos door de vele aardverschuivingen die doorrijden onmogelijk hebben gemaakt. Een eindeloze stroom feestelijk gekleurde, zwarte walmen uitstotende en toeterende Tata vrachtwagens en bussen wurmt zich over een bochtige pas, waarbij modder en rotsblokken tweerichtingsverkeer tot een uitdaging maken. Langs de weg een bijna onafgebroken verzameling shopjes, kleine bedrijfjes, stenen huizen van soms een paar verdiepingen. Maar vooral is er overal troep, stank, lawaai en zijn er mensen en lopen er kippen. In de Scorpio four-wheel-drive met chauffeur die we hebben gehuurd zijn we onderdeel van de chaos. Beter bekeken hebben het de ontelbare brommers die zich slalommend een weg banen tussen het stilstaande verkeer en de barriĆØres op de weg.
Manaslu Circuit
Aan het einde van een modderige jeeptrack worden we afgezet in een klein dorp bestaande uit houten huizen, waar mensen bezig zijn met het drogen van mais en pepertjes op vloeren en daken. Vanuit ons kleine guesthouse kunnen we het dorpsleven van een afstandje begluren. We kijken uit over het lokale winkeltje naast de metalen hangbrug over een woeste waterstroom. Elke passant stopt hier even voor een praatje, waar de betonnen fundering van de brug dienstdoet als hangplek. Gekleurde kleding hangt over de ijzeren kabels van de brug te drogen. Schoolkinderen in uniform en met grote rugtassen passeren op weg naar het hoger gelegen dorp. Geiten lopen over de brug op zoek naar beter gras om te eten. Meerdere karavanen met zwaarbeladen ezels passeren. Stil is het niet en zal het ook niet worden; het geraas van het woeste water vormt een permanent achtergrondgeluid dat al het andere overstemt.
De Budhi Gandaki is een woeste bergrivier die zich van de met sneeuw en ijs bedekte toppen in het noorden naar de vruchtbare tropische laagvlakte in het zuiden stort. Onze wandeling begint op de plek waar geen auto meer kan komen. Smalle paden lopen hoog boven de rivier, de ene keer aan de linker- dan weer aan de rechterkant van de rivier. Watervallen spuiten uit alle hoeken en gaten. Storten zich over meerdere verdiepingen honderden meters naar beneden. Over hangbruggen van staalkabels wiebelen we soms honderden meter boven de woest kolkende maalstroom van wit schuimend water, dat met een onvoorstelbare kracht raast en buldert door de kloof.
Over hangbruggen van staalkabels wiebelen we soms honderden meter boven de woest kolkende maalstroom van wit schuimend water, dat met een onvoorstelbare kracht raast en buldert door de kloof
Op een hoogte van 800 meter is het klimaat tropisch en de vegetatie daardoor uitbundig. In deze lagere delen van de vallei bestaat het landschap uit instabiele zandstenen bergen met daarin grote keien en kiezels. Elke regenbui leidt onverminderd tot grote en kleine aardverschuivingen. De rivier heeft nauwe kloven uitgesleten, waarboven de bewoners terrassen hebben aangelegd waar rijst wordt verbouwd. De cultuur is hier Hindoe en de mensen leven een eenvoudig bestaan in piepkleine dorpen met soms maar een handvol houten huizen. Om van het ene naar het andere dorp te komen is lopen de enige optie. Wegen zijn hier niet, zelfs geen paden breder dan een paar meter. Het enige alternatieve vervoermiddel is de ezel, waarmee alles wordt vervoerd van rijst, frisdrank, gasflessen, huisraad en zelfs hele koelkasten.
Tot Jagat is de Hindoe cultuur dominant, daarna komen we terecht in het Tibetaanse Boeddhistische leven. Bordeaux rode tinten beginnen de kleding van de bewoners te kenmerken. De jukbeenderen in de charismatische gezichten worden uitgesprokener. Gebedsvlaggen in de kleuren geel, blauw, wit, rood en groen hangen langs de relingen van bruggen en decoreren steeds meer plekken langs het wandelpad. We lopen langs muren gemaakt van platte stenen gegraveerd met boeddhistische mantraās en soms met gebedsmolens, waarbij we zorgen dat we deze linksom passeren. Stupas staan in de dorpen en op voor de Boeddhisten belangrijke plaatsen.
Tussen de Boeddhisten in het klooster
Door de recente zware regenval is er nog iets meer gebeurd dan wat aardverschuivingen die voor tijdelijk ongemak zorgen. De Tsum vallei waar we eigenlijk een dag of tien zouden wandelen is volledig van de buitenwereld afgesloten door een halve berg die naar beneden is gekomen. Elk nadeel heeft echter ook een voordeel. Voor ons betekent dit dat we plotseling zeeƫn van tijd hebben om zo veel mogelijk route alternatieven te pakken, waardoor we nog geleidelijker dan al in de planning zat, aan de toenemende hoogte kunnen wennen. Maar nog fijner is het dat we daardoor op nog nauwelijks bezochte plekken komen en hierdoor nog het authentieke Nepal mogen ervaren.
Eenmaal aangekomen in Bihi bevinden we ons op 2.130 meter. De tropische vegetatie van sal- en mahoniebomen, rijst, bananen en papajaās hebben we achter ons gelaten. We lopen nu door bossen met eiken en walnotenbomen. Ook komen we door bamboebossen waarin de cicaden een oorverdovend lawaai maken dat soms zelfs de woeste waterstroom overstemt. Over smalle, glibberige paden klimmen en klauteren we door een nevelwoud met een enorme verscheidenheid aan mossen, varens en lianen die de magnolia’s, eiken en dennen volledig bedekken. Honderden vogels kwetteren er lustig op los. Lemuren slingeren zich van boom naar boom op zoek naar de lekkerste geneugten van het bos. De eerste herfsttinten zijn al gearriveerd wat het geheel een sprookjesachtige atmosfeer geeft, passend bij de plek waar we naar op weg zijn.
Over smalle, glibberige paden klimmen en klauteren we door een nevelwoud met een enorme verscheidenheid aan mossen, varens en lianen die de magnolia’s, eiken en dennen volledig bedekken.
Het afgelegen en nog zelden bezochte Serang Gompa is een Boeddhistisch klooster dat op 3.100 meter hoogte ligt in een āverborgen valleiā omringd door de met sneeuw en ijs bedekte toppen van de Shringi Himal, met 7.161 meter de eerste serieus hoge berg die we zien. Het klooster ligt temidden van een nevelwoud vol rododendrons, waar de gletsjers van de Shringi Himal diep in doordringen. We horen een gedonder alsof het onweert en zien een enorme lawine naar beneden komen. Deze wilde plek is alleen te voet te bereiken over twee zware aanlooproutes. Toch leven hier een paar honderd nonnen en monniken en een honderdtal kinderen in rust en harmonie samen.
De kinderen gaan hier naar school, de volwassenen mediteren, koken, maken schoon, voeren onderhoud uit en houden zich bezig met Boeddhistische rituelen. Alles ademt een totale ontspanning en tevredenheid uit, ook al bevinden we ons op een locatie die allesbehalve vriendelijk en vergevingsgezind kan zijn. Wij zijn welkom en blijven twee dagen genieten van de harmonie op deze schitterende plek hoog in de Himalaya. Waar het leven zo vreedzaam is dat zelfs de wilde blauwschapen (steenbokken) en Himalayathargeiten in en rond het kloostercomplex rondlopen, zonder angst voor mensen. Dit is het leven als in de Hof van Eden.
Praktische info
De Manaslu Circuit Trek is ongeveer 180-200 kilometer lang, waarvoor je 14-21 dagen nodig hebt. Het startpunt is Arughat en de eindbestemming is in Dharapani, aan de andere kant van de ongeveer 5.100 meter hoge Larkya La Pass, het hoogste punt van de trekking. Vanuit Kathmandu kun je een jeep met chauffeur huren die je naar het beginpunt brengt. Je kunt ook met de bus gaan, maar dat duurt eindeloos lang. Voor de terugweg geldt hetzelfde.
De beste tijd is tussen september en november of april en mei. Deze maanden zorgen voor helder weer en een goede weersverwachting, met kraakheldere uitzichten op de bergen. Het is verplicht om een TIMS kaart (Trekkers’ Information Management Systems) en een Manaslu Conservation Area Permit (MCAP) te hebben voor deze trek. Ook een gids is verplicht. Een porter die (een deel van) je bagage draagt is aan te bevelen. Een SIM-kaart van Nepal Telecom geeft de beste dekking.
Acclimatisatie is een belangrijk aspect van de trek, aangezien de hoogte stijgt tot meer dan 5.000 meter. Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen om te acclimatiseren om gezondheidsproblemen zoals hoogteziekte te voorkomen. Een goede acclimatisatie strategie is om een dag te blijven in een plaats voor elke 1.000 meter die je stijgt. Het is ook belangrijk om voldoende te eten en te drinken, te rusten wanneer je moe bet en het tempo aan te passen aan de hoogte.
Het is een uitdagende trek dus zorg dat je in goede fysiek conditie bent en over de juiste uitrusting beschikt.
4 thoughts on “Nepal | Manaslu: De Hof van Eden”