De wekker gaat om 7.15 uur. Spullen pakken en ontbijten met bananen en een mueslireep. De lucht is stralend blauw als we op de fiets stappen. Niet eerder hebben we zo’n mooie dag gehad. Niet eerder hebben we zo?n mooie dag gehad. We fietsen langs de groene heuvels en volgen de rivier en de spoorlijn naar Chernivtsi. Het land is verandert. Er rijden minder Lada’s, paard en wagen lijken uit het straatbeeld te zijn verdwenen, houten huizen worden schaarser en het gebruik van tinnen decoraties is niet meer de regel. De Karpaten met hun Hutsul cultuur, hebben we definitief achter ons gelaten. Onderweg drinken we koffie, in zomaar een plaatsje bij het busstation. Het wisselgeld bestaat uit een paar zuurtjes. Het oude vrouwtje slaat een kruis voor onze behouden fietstocht.
Chernivtsi is een grote stad en telt 260.000 inwoners. Het verkeer is er asocialer en over de kasseien rijden trolleybussen. Om het verrassend mooie centrum van de stad te bereiken moeten we een flinke klim over de gladde kasseien maken. In de stad is het aanmerkelijk warmer dan daarbuiten en daarom gaan we snel op zoek naar een terras. We worden erg onvriendelijk geholpen. Al snel komt iemand zich bij ons opdringen met geveinsde interesse over onze fietstocht. Natuurlijk vertrouwen we het niet en houden onze spullen en fietsen (die op slot staan) extra in de gaten. Al snel zit er een klein kind op de fiets van Floor, terwijl de moeder Floor begint te paaien. 1 op 1 is hier nu duidelijk 35. Het kan geen kwaad om duidelijk te maken dat het hele onbetrouwbare stelletje op moet zouten. Wij gaan op zoek naar een hotel, waarvan we vlak op de hoek eentje vinden. Voor 280 UAH (€ 28,-) een mooie kamer, terwijl de fietsen veilig worden gestald in de afgesloten tuin.
Chernivtsi is best een fijne en mooie stad. De gebouwen langs de met grote bomen omzoomde straten en boulevards, wijzen op een rijk verleden toen het nog onderdeel was van het Habsburgse rijk. Het meest in het oog springende bouwwerk in de stad, is de universiteit. Het is een neobyzantijnse creatie uit de jaren 1867-1874 van de Tsjechische architect Josef Hlávka, die ook de Armeense kerk ontwierp. Het gebouw werd in 2011 geplaatst op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Zonder twijfel helpen de studenten deze stad vooruit. Zonder studenten zou er voor deze stad waarschijnlijk geen toekomst zijn. In het grote stadspark lijkt de hele stad samen te komen. Jong en oud struinen ze er rond op hoge hakken en in korte rokken. Bier drinken en shaslick eten op een van de terrassen, waar de bediening prima Engels blijkt te speken.
Opvallend is het grote aantal bedelende oude vrouwen, dat de karige opbrengsten lijkt te moeten aanvullen met wat de vuilnisbakken hen hebben te bieden. Dit vinden we erg naar om te zien, want we denken dat dit de generatie is die hun mannen hebben verloren in de 2e Wereld Oorlog of aan de Goelag. En met de val van de Sovjet-Unie is hun pensioen hen afgenomen. Noodgedwongen moeten zij hun laatste jaren op deze eerloze wijze vullen.