Voor de komende dagen en nachten nestelen we ons in de tweepersoons coupe die ons in het tweedeklas rijtuig wordt toegewezen. Deze coupe is normaal gesproken de slaapplaats van de conductrice (Provodnitsa), maar nu dus even niet. Het zou ook leuk zijn geweest om de coupe te delen met Russen, maar we vinden de privacy nu wel even lekker. De Provodnitsa fluit haar fluitje, waarna de trein stipt om 0.35 uur het station verlaat. Kedeng, kedeng, kedeng… Door dit heerlijk ritmische geluid vallen we in een diepe slaap, waaruit we pas ver na Moskou weer ontwaken. Naast onze coupe staat de samovar van het rijtuig. Het is een kolengestookte boiler, die door de Provodnitsa op temperatuur wordt gehouden. Wie zien onze medepassagiers in badjassen en pyjama’s heen en weer lopen om bekertjes, kopjes en bakjes met heet water te vullen. Ook wij tappen het hete water voor de koffie en de thee.
Als je denkt in de trein tot rust te komen, dan heb je het mis. De coupe van een paar deuren verder wordt bevolkt door zes Russen uit Irkutsk. Ze werken bij de spoorwegen en maken wagons en locomotieven. Ze hebben een 12-daagse cursus gevolgd in Moskou en gaan nu weer naar huis. Blijkbaar is vijf dagen en vijf dagen terug voor een cursus hier volkomen normaal. De stemming zit er in elk geval goed in en wij moeten er deel van uitmaken. Jeroen wordt uitgedaagd voor een paar potten schaak. Op het spel staat de betaling van de drankrekening. De verwachte afgang blijft de eerste twee potten uit, waarna er op sportieve wijze met een gelijkspel wordt geëindigd . Daarmee heeft Jeroen vrienden voor het leven gemaakt en aangezien vrienden in Rusland nou eenmaal samen roken en drinken, wordt het zicht op het Russische landschap al snel op meerdere manieren vertroebeld. Opvallend is de wijze waarop de Russen aan roken. Alsof hun leven er van af hangt zuigen en trekken ze hun sigaretten krom en stoken ze de boel bijna inclusief het filter weg.
We rijden door een eindeloos en eigenlijk erg saai en eentonig landschap. Tot aan de Oeral verandert er aan het landschap niets: Natte dichte naaldbossen strekken zich in alle windrichtingen uit. Af en toe stoppen we op kleine stationnetjes in onaantrekkelijke dorpjes in het sompige land. Na het passeren van de Oeral bevinden we ons in Azië. Daar gaat het monotone landschap onverminderd verder. De vegetatie is niet veel anders dan in Nederland. Veel dennen, afgewisseld met berken. Verderop zijn het alleen nog maar berken. Van zichzelf is het landschap niet aantrekkelijk, maar de herhaling en de eindeloosheid maakt het bijzonder indrukwekkend. Het ritme van de trein gaat ook onverminderd door: kedeng, kedeng. Kedeng kedeng.
De trein ruikt naar een niet onaantrekkelijke mix van ijzer, olie en mensen. Het is een heel herkenbaar en nostalgisch luchtje. Op de een of andere manier wordt je ook vanzelf erg smerig. Douchen is er alleen niet bij, want voor water zijn we aangewezen op een pisstraaltje op een steeds goorder wordend toilet. Omdat we inmiddels vrienden zijn met de Provodnitsa ,mogen we af en toe van haar toilet gebruik maken. De Provodnitsa is verantwoordelijk voor onze tweedeklasse wagon. De wagon is uitgerust met vloerbedekking, is volledig gelambriseerd en bestaat uit negen afsluitbare coupes voor vier personen. De banken zijn tevens de bedden. Ook zorgt zij er voor dat de samovar op temperatuur blijft en dat iedereen na een stop weer is ingestapt. Om haar salaris aan te vullen houdt ze er een levendige handel in frisdranken, pivo en koekjes op na. Hierdoor komen wij en onze vrienden niets te kort.
De ‘bewoonde’ wereld wordt bepaald door ingestorte huizen, boerderijen en fabrieken . Af en toe passeren we een dorpje en om de paar uur stoppen we in een stad. We kunnen dan even de benen strekken en de koopwaar bekijken van de lokale ‘middenstand’ die voor hun inkomsten afhankelijk is van de trein en de passagiers die daarmee worden aangevoerd. Alles is te krijgen. Van knuffelberen, tot bosaardbeien, deken, potten en pannen, maar met name drank, sigaretten, gedroogde vissen en groenten van het land. De Provodnitsa vult haar ‘winkeltje’ aan, het water wordt ververst en de trein (de wielen) wordt gecheckt door er op te tikken met een ijzeren staaf (Russian engineering volgens onze buren).
Na een lange stop op het station van Jekatterinaburg, de stad waar de laatste tsaar en zijn familie zijn geëxecuteerd, rijden we via Omsk door naar het eindpunt van deze etappe: Novosibirsk. We hebben de afgelopen dagen erg veel gelachen en vooral met gebaren kunnen praten. We hebben elkaar volledig of totaal niet begrepen. Jeroen is inmiddels omgedoopt tot het meer Russische Jochem en Floor gaat vanaf heden door het leven als Flora. Met onze nieuwe identiteit stappen we in Novosibirsk uit de trein. We zijn 3.343 kilometer verwijderd van Moskou en nog veel verder van Nederland.
Ontdek meer van
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.