Slapen in de auto is verrassend aangenaam. ’s Nachts kijk je door de ramen naar een heldere sterrenhemel, en bij het eerste ochtendlicht word je wakker. Vanuit de auto zien we de wereld langzaam kleur krijgen. De zon komt op, zoals iedere dag prachtig, maar wolken zijn hier een zeldzaamheid. Langzaam licht de rotswand op in oranje tinten. In de ochtend en tegen de avond kleurt het steen diep donkerrood, bijna paarsbruin. Vogels kwetteren onophoudelijk, terwijl de wilde bloemen in het veld het landschap nog mooier maken. Wanneer de berg waar we op uitkijken voldoende rood is aangelicht, zetten we koffie. Het is gelukkig niet meer zo koud als de afgelopen weken, al zijn twee dikke truien in de ochtend nog steeds geen overbodige luxe. Langzaam maar zeker lijken we de Australische winter achter ons te laten. Overdag is een T-shirt weer genoeg.
Ontbijten doen we met gebakken eieren, koffie en thee. Het inruimen van de auto gaat inmiddels razendsnel; alles heeft een vaste plek en past perfect. Wie weinig spullen heeft, hoeft ook weinig te zoeken. Klaar om te vertrekken, besluiten we eerst de kloof te verkennen die direct achter de rest area begint. We klauteren over stenen en boomstronken en zien een kleine uil, maar slangen blijven uit. Het wordt nu echt tijd dat we onze eerste levende slang tegenkomen. De kloof blijkt minder diep dan verwacht, en de wandeling is kort. Door onze dagelijkse activiteit voelen we ons fit en gezond. Toch vragen we ons af hoe het straks in Nederland zal zijn. Hier worden we al misselijk van de uitlaatgassen van een auto die ons passeert, iets wat we thuis niet eens zouden opmerken.
Vandaag rijden we 289 kilometer richting Indee Station, een plek waarvan we hebben gehoord dat het een goede stop is. Overnachtingen op stations behoren tot de beste ervaringen van Australië, en ook hier maken we graag een tussenstop voordat we doorrijden naar Port Hedland. De route gaat recht door de Hamersley Ranges, beter bekend als de Engelse naam voor Karijini. We vinden de Aboriginal namen veel mooier en betekenisvoller dan de vaak simplistische Engelse benamingen, die vaak niet verder gaan dan een egoïstische verwijzing naar een ontdekker.
De Great Northern Highway slingert door een paar kloven en daalt daarna van 700 meter langzaam af naar zeeniveau. Het landschap verandert merkbaar. We laten de rode heuvels en bergen van Karijini achter ons en rijden een gebied in dat intensief wordt begraasd. Dit zogenaamde “station land” mist de diversiteit van de vegetatie verder naar het zuiden. We passeren halfronde en ovaalvormige rotsformaties die rijk lijken aan ijzer.
Bij Indee Station aangekomen, rijden we 9 kilometer over een onverharde oprijlaan. De familie die het station runt, begroet ons vriendelijk en vertelt dat we ons vooral vrij moeten voelen. Voor 12 dollar per nacht mogen we kamperen, en betalen kan pas bij vertrek. We kiezen een plek binnen een hek, zodat we geen last hebben van nieuwsgierige koeien. Onze tent zetten we op onder een grote boom, die de schaduw biedt die we hard nodig hebben. Overal om ons heen bloeien felgekleurde Sturt’s Desert Pea, een van de meest iconische planten van Australië. De bloedrode bloemen met zwarte centra zijn een lust voor het oog en maken de droge omgeving levendig.
Vanaf 15.30 uur kan er worden gedoucht met warm water. De vuren onder de waterketels branden, en het systeem werkt fantastisch. De houten en golfplaten douches doen denken aan de eenvoud van Rusland en Slowakije, en de geur van brandend hout maakt het compleet. Daarna is het tijd voor de ‘happy hour’ die door de eigenaren wordt georganiseerd. We genieten van hapjes, interessante gesprekken met lokale Australiërs en sterke verhalen.
’s Avonds bereiden we ons eten in de grote keuken van het station. We delen de ruimte met een gezin waarvan de man Nederlandse ouders heeft. Het gesprek gaat al snel over typisch Nederlandse gerechten zoals boerenkool met worst en kroketten. Het wordt hilarisch als we ervaringen uitwisselen over hoe ‘not-normal’ sommige dingen in Australië zijn – van de maanstand tot vliegen en afgelegen dorpen. Een geweldige afsluiting van de dag.
Praktische informatie over Indee Station
Indee Station ligt 70 kilometer ten zuiden van Port Hedland in West-Australië en is een uitstekende stop voor reizigers die de outback verkennen. Het station biedt eenvoudige maar unieke kampeerplekken, waar je volledig tot rust kunt komen in de schaduw van grote bomen of tussen de wilde bloemen. De faciliteiten zijn basic maar charmant, met houten douches en een gemeenschappelijke keuken. Het warme water is beschikbaar vanaf de middag, gestookt door houtvuren.
De kosten zijn AUD 12 per nacht per persoon, en je betaalt pas bij vertrek. Indee Station biedt ook een dagelijks georganiseerde ‘happy hour’, waar reizigers ervaringen kunnen delen en kunnen genieten van Australische gastvrijheid. Let op: het station is een werkend bedrijf met runderen, dus kampeerplekken binnen een hek kunnen handig zijn. Het is een goede tussenstop voor een authentieke Australische ervaring, midden in de ruige natuur.