Het Labrang klooster (Labrang Trashi Khyil) in Xiahe, is één van de zes grote klooster van de gelukschool. De gelug is een van de vijf hoofdscholen binnen het Tibetaans boeddhisme en staat ook wel bekend als de gele hoeden sekte. Het uitgestrekte complex kent zowel mannen- als vrouwenkloosters. In totaal leven hier tussen de 3.000 en 4.000 monniken. Xiahe is vanwege het Labrang klooster een belangrijke pelgrimsplaats voor Tibetanen. Rondom het klooster- en tempelcomplex loopt een 3 kilometer lande pelgrimsweg langs 1.174 gebedsrollen.
Het is zeer indrukwekkend om tussen de monniken en de pelgrims te lopen. We voelen ons echter wel de indringer en voyeur. Wij zijn de toeristen op zoek naar authentieke beelden en bijzondere ervaringen. We delen het geloof van deze mensen niet, maar toch willen we er deel van uitmaken. Waarom eigenlijk? Wij proberen ons wel zo respectvol mogelijk op te stellen. We houden daarom een gepaste afstand en doen niet opdringerig met de camera. We moeten deze beelden maar gewoon opslaan in ons geheugen: De vrouwen dragen hun haar in lange dikke, zwarte vlechten en de mannen hebben stijl, halflang glanzend zwart. Oude mannen en vrouwen, fel gekleurde kleding, bidkettingen in de hand, al draaiend lopend of strompelend langs de 1.174 gebedsrollen. Helaas lopen er genoeg andere toeristen rond die helemaal geen respect voor de omgeving lijken te hebben. Als botte horken blokkeren ze de weg langs de gebedsrollen om ongevraagd close-ups te maken. Gelukkig wordt de herinnering aan dit huftergedag al snel weggedrukt door een ander tafereel. We zien een lief oud vrouwtje op de stenen muur langs de Sangchu rivier zitten. Ze schuift met haar billen lekker heen en weer, waarbij ze een bijzonder tevreden indruk maakt. Het duurt even, maar dan hebben we in de gaten wat ze aan het doen is. Ze zit daar gewoon lekker over het muurtje in de rivier te poepen, waarna ze de ruwe muur gebruikt om haar gat mee schoon te schuren.
Zo mogelijk nog indrukwekkender dan het tempelcomplex is het Tibetaanse dorp dat aan de westzijde van de rivier ligt. De lemen huizen met binnenplaatsen zijn tegen de berg omhoog gebouwd. Door de kronkelige, smalle en onverharde wegen lopen de Tibetanen in hun mooie gekleurde traditionele kleding. Bovenin het dorp ligt het nonnenklooster, waar we door de nonnen worden uitgenodigd het klooster te bezichtigen. Daar moeten we dan wel 3 RMB per persoon voor betalen. Verderop komen we een moeder met haar twee kinderen tegen. We worden uitgenodigd om mee te lopen naar een plaats met uitzicht op het omringende graslandschap en monniken die in de rivier aan het zwemmen zijn. De zwemmende monniken (kinderen nog), willen dat Jeroen met ze komt zwemmen. Het water stroomt door een soort betonnen glijbaan, waar ze die grote witte buitenlander wel eens door heen willen zien glijden. Dit leidt tot grote hilariteit omdat de onderbroek van die grote witte buitenlander finaal aan gort scheurde. Net op dat moment komt er een oude vrouw aangelopen met een grote wollen del. De del moet worden gewassen, maar omdat deze nat niet meer is te dragen moeten we haar even helpen. We spreken elkaars taal niet, maar toch begrijpen we elkaar. De moeder vraagt ons foto’s te maken van haar kinderen en van haar met haar kinderen. Dit is een erg fijne beloning van een mooie dag.