We rijden via de 12 Apostles verder en bezoeken nog een paar uitkijkpunten. De kustlijn wordt met een snelheid van twee centimeter per jaar weggeslagen. Als je ziet dat de kust op sommige plaatsen al 500 meter is terug getrokken, dan heb je wel een beeld van de recente geologische geschiedenis van dit deel van Australië. We rijden door naar Warambool waar we boodschappen doen. We komen er achter dat het aanmerkelijk scheelt wanneer je in de grotere plaatsen groot inslaat, want in de dorpen is het echt belachelijk duur. In Warambool tanken we voor $ 1,23 per liter, wat tien cent duurder is dan in Melbourne. We beginnen langzaam door te krijgen hoe we de kosten kunnen drukken.
Vlak voor Warambool hebben we het einde van de Great Ocean Road bereikt. We vervolgen onze route over de kustweg A1, om na Port Fairy in noordelijke richting te rijden. De route is eigenlijk vrij saai. Kaarsrechte wegen door boerenland, zonder duidelijke functie. We rijden nu nog door het dichtstbevolkte deel van Australië. We zijn onderweg naar het Mount Eccles National Park. Uit onze wegenatlas hebben we al opgemaakt dat we hier kunnen kamperen. Mount Eccles is een uitgedoofde vulkaan, die 8.000 jaar geleden voor het laats is uitgebarsten. Hiermee is het recordhouder voor wat betreft de meest recente geologische gebeurtenis van enig formaat in Australië. Het gebied er om heen is volledig bedekt door vulkanische afzettingen. Hierdoor is het gebied zeer vruchtbaar. Het is indrukwekkend om langs de vulkaankrater te lopen, waarin een meer ligt te schitteren en door een lavatunnel te kunnen lopen.
Het kampeerterrein van Mount Eccles ligt midden in een uitgestrekt eucalyptus bus. De kampeerplekken zijn ruim en hebben een eigen vuurplaats en barbecue ineen. Reeds gehakt hout kunnen we kosteloos pakken. Er is drinkwater en er zijn douches met warm water. Tegen de avond komt de beheerder langs voor de inzameling van de kampeerkosten. $ 7,50 is het hoge bedrag dat we moeten overhandigen. We maken een praatje, waardoor we er achter komen dat er een ’total fire-ban’ van kracht is in verband met de extreme droogte. Dit betekent dan weer niet dat we de barbecue niet kunnen gebruiken. Dat is anders. Als we het vuur maar laag houden. We maken ons vuur aan, bekijken de koala’s in de bomen, marineren het rundvlees met mosterd en prepareren de kip.
Als het donker begint te worden, wordt het hele bos opgeschrikt door de kaketoes die in groten getale komen overvliegen. Ze maken een enorme tering herrie. Ze maken het geluid dat je verwacht dat de dinosauriërs zouden hebben gemaakt. Ze zijn helemaal wit met een groengele kuif. Doordat de zon net ondergaat, wordt de witte buik van de vogels mooi roze verlicht door de zon. Alsof dit nog niet genoeg is, zien we ook onze eerste kangoeroe. Het blijft er niet bij een. Er lopen er uiteindelijk een stuk of vier door ons kampement. Ze zijn grijs en de grootste is toch wel zo’n anderhalve meter hoog. We krijgen nog een aantal opossums (buidelratten) op bezoek die bijzonder brutaal zijn. Er loopt er één op een paar centimeter afstand en ook een wandeling over de barbecue wordt niet geschuwd bij de zoektocht naar eten. Bang voor mensen zijn ze duidelijk niet. Pas als het helemaal donker is, wordt het stil. Volmaakt stil. In de donkere hemel zien we het Zuiderkruis en Orion staan. Ook zien we de twee nevels van de Melkweg die we op het noordelijk halfrond vanaf de andere kant hebben gezien.
Ontdek meer van
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.